Kart instructie
Tijdens het karten zullen de baanmedewerkers proberen alles duidelijk te
maken door middel van een aantal verschillend gekleurde vlaggen; deze zijn hieronder kort uitgelegd:
1. Blauwe vlag: Er bevinden zich snellere deelnemers achter u, u moet deze personen voorbij laten gaan. Dit om gevaarlijke situaties zo veel mogelijk te voorkomen.
2. Gele vlag: Er is ergens op de baan een gevaarlijke situatie ontstaan, het kan dus zijn dat er ergens op de baan een deelnemer de baan blokkeert. Let dus goed op! Ook zullen in deze situatie de baanmedewerkers over de baan lopen, u moet in deze situatie de snelheid matigen én u mag niet meer inhalen.
3. Rode vlag: In deze situatie gelden ten eerste dezelfde regels als bij de gele vlag, maar nu is het niet verantwoord om door te rijden en wordt iedereen, tijdelijk, stil gezet op de baan totdat het gevaar geweken is. De baanmedewerker zal iedereen dan één voor één weer weg laten rijden.
4. Zwarte vlag: Deze vlag betekent dat u direct naar de pitstraat moet rijden, niet stoppen op de baan, rij door tot de pitstraat en daar zal u verteld worden wat er aan de hand is. Deze vlag kan gebruikt worden als er technische problemen met de kart zijn of als er sprake is van diskwalificatie.
5. Finish vlag: De race is afgelopen. Maak de laatste ronde rustig af en kom de pitstraat binnen.
Daarnaast zijn er vooraf/tijdens het karten een aantal dingen waar u op moet letten;
1. Zorg ervoor dat het bandje aan de onderkant van de helm vast zit. Helm mutsjes zijn voor iedereen beschikbaar, doe ze ook op onder de helm!
2. Overalls zijn alleen verplicht voor degenen die armen en/of benen niet geheel hebben bedekt, maar worden aangeraden.
3. Karten met hakken, slippers en/of ander loszittend schoeisel kan het karten behoorlijk lastig maken en wordt ten zeerste afgeraden.
4. Sjaals, kettingen, etc. mogen niet gedragen worden. Lang haar dient weggestopt te worden.
5. Alle karts zijn voorzien van veiligheidsgordels en rolbeugels, om de veiligheid te bewaren moet u de gordel tijdens het karten altijd om houden.
6. Houd het stuur altijd met beide handen vast.
7. Misschien wel één van de belangrijkste regels; niet botsen! Hier wordt streng op gelet, dit is hinderlijk voor andere rijders en niet de bedoeling van de race! Er worden twee waarschuwingen gegeven, bij de derde waarschuwing is de kans groot dat u niet meer verder mag rijden.
8. Het is belangrijk dat er in de pitstraat rustig gereden wordt, hier zijn mensen aan het uitstappen en instappen.
9. Na afloop van de race zijn de uitslagen te vinden bij de bar in het restaurant.